"Toen ik in de jaren 60 begon, dacht iedereen dat ik gek was!"
Door Yurek Onzia
(Dit interview verscheen eerder in Psychologies, editie juni 2016. Deze versie is de director's cut.)
Al meer dan 48 jaar is Antwerpenaar Jos Struelens actief als acupuncturist. Als zoon van een judoleraar werd hij van kindsaf ondergedompeld in de Oosterse cultuur en kan hij als geen ander tekst en uitleg geven bij hoe er in de wereld van de Traditionele Chinese Geneeskunde naar het lichaam wordt gekeken.
“Ik ben ondergedompeld in de oosterse cultuur vanaf mijn zevende, ondertussen alweer zo’n 69 jaar geleden. Mijn vader richtte na de oorlog een eigen judoclub op, waar altijd wel een aantal Japanners rondhingen. Zo ontstond mijn link met het Oosten en Japan, maar ook met China. De Japanners horen het niet graag, maar China is nu eenmaal de bakermat van de Aziatische cultuur, alle Aziaten borduren verder op de Chinese traditie. Door de lichamelijke letsels die ik opliep op de judotraining, belandde ik bij een Japanse aikido-specialist die ook aan acupunctuur deed en bij wie ik een paar jaar privéles volgde. Het was de bedoeling dat ik daarna samen met hem naar Japan zou reizen om mijn opleiding te voltooien, maar op een koude winternacht is hij met zijn auto en enkele andere inzittenden tegen een boom geknald. Vastbesloten als ik was, ben ik op mijn 23ste dan alleen naar Japan getrokken en heb er 5 jaar gestudeerd. We spreken over 1963, er was nog geen sprake van Engelse cursussen in Japan. Gelukkig had ik via privélessen het Japans al redelijk onder de knie. Nadien ben ik blijven verder studeren in China en Korea, en heb aanvullende cursussen gevolgd bij Chinese specialisten in Engeland, Amerika en België. Ik ben met mijn praktijk begonnen in 1968, dat maakt dus dat ik ondertussen dus 48 jaar bezig ben."
Laten we beginnen bij het begin: wat is acupunctuur?
“Acupunctuur is een tak van de Traditionele Chinese Geneeskunde, de oudste constant beoefende geneeswijze die meer dan 3000 jaar oud is en ontsproten is aan het taoïsme (Chinese filosofische en religieuze stroming, die gaat over ‘hoe te handelen in het leven’ en die ervanuit gaat dat alles zich in een perfecte harmonie bevindt die in voortdurende verandering is, red.). De acupunctuurtherapie bestaat erin om in bepaalde energiekanalen, in het Westen ‘meridianen’ genoemd, op bepaalde therapeutische punten een fijne naald te steken. De behandeling kan preventief, bij acute pijnen of problemen, of post-operatief worden toegepast, maar het doel is altijd om de mens ‘beter te maken’. In onze contreien raakte acupunctuur bekend door George Soulié de Morant, een Franse diplomaat die tijdens zijn lange verblijf in China de Chinese taal leerde en veel van de lokale cultuur overnam.
De Morant had het geluk om van een oude Chinese meester de beginselen van de acupunctuur te mogen leren - een bijzondere eer omdat de Chinezen er niet tuk op waren om die hoogaangeschreven oude kennis door te geven aan niet-Chinezen. Toen hij terugkeerde naar Frankrijk bundelde hij z’n kennis in een boek en begon omstreeks 1929 acupunctuur-onderricht te geven.
In het Westen praten we meestal alleen over acupunctuur, maar eigenlijk gaat het om acupunctuuur, kruidentherapie én moxatherapie. Omdat er in die tijd buiten China echter geen moxa en Chinese kruiden voorhanden waren, had men het in Europa altijd alleen over acupunctuur. Moxa is een begeleidende hittetherapie die na de acupunctuurbehandeling door de patiënt thuis zelf kan worden toegepast door bestraling met de gloeiende punt van de moxastift. De hitte dringt diep door in de vezels en helpt zo de genezing verder te bevorderen.
In de Chinese visie op ziekte is het belangrijk dat de mens zichzelf actief in zijn genezingsproces inschakelt en zijn ziekte niet louter ondergaat, maar er zich van bewust is en participeert in het herstel. Een bijkomende reden is dat de patiënt op die manier minder behandelingen nodig heeft en goedkoper af is.”
Hoe verloopt de moxabehandeling?
“De behandelde acupunctuurpunten worden na de behandeling gemarkeerd met een alcoholstift. Die punten worden nadien thuis vanop een centimeter afstand ‘bestraalt’ met de warmte van de gloeiende punt van een moxastift. Zo’n stift bestaat volledig uit fijngemalen en gedroogd bijvoetkruid, ook bekend als artemesia vulgaris. De naam ‘vulgaris’ heeft dit kruid te danken aan het feit dat het in het Westen nooit werd gebruikt in de farmacie, het werd en wordt beschouwd als een onkruid. Het unieke van bijvoet is echter dat het konisch brandt, waardoor een brandende moxastift automatisch uitloopt op een punt. Daardoor dringt de hitte, ook al is zo’n stift doorgaans slechts anderhalve centimeter dik, heel diep door in onze vezels en dat geeft de beste therapeutische werking. Als het in Europa over acupunctuur gaat, wordt het moxaluik vaak vergeten. In Amerika en Canada werden de twee therapieën van in het begin in één adem vernoemd, omdat er destijds in California en in het westen van Canada nogal wat Chinese gastarbeiders actief waren. Dat waren de zogenaamde blue ants die de spoorwegen hielpen aanleggen. En natuurlijk brachten ze ook hun cultuur en achtergrond mee. Vandaar dat acupunctuur en moxa, en ook kruidentherapie, in de VS en Canada altijd hand in hand gingen en gaan, zoals in de Traditionele Chinese Geneeskunde gebruikelijk is.
Moxatherapie kan ook rechtstreeks worden toegepast op zout, gember, look of andere kruidenpreparaten. In dat geval worden die op de huid gelegd en wordt de hitte van de punt van de moxastift doorheen de schijf gember gestraald. Afhankelijk van de te behandelen kwaal wordt er een ander kruid gebruikt. Bij paralyses zullen we bijvoorbeeld eerder gember gebruiken, omdat dat een yang-kruid is (meer over yin en yang, zie hieronder, red.) en omdat de specifieke yang-eigenschap van dat kruid, die nodig is om een paralyse te behandelen, door de hitte nog extra wordt versterkt.”
Kunt u iets vertellen over de ontstaansgeschiedenis van de acupunctuur?
“Naar goede Chinese traditie bestaan daar een hele hoop legenden over. Zo is er een bekend verhaal van een troep Chinese krijgers die door vijandelijke pijlen werden getroffen maar toch niet stierven en genazen, omdat ze met acupunctuur werden behandeld. Een fabeltje, want de Chinezen hadden in die tijd al enorm performante voet-en kruisbogen. En wie ooit een Chinese pijl van dichtbij heeft gezien, weet dat het onmogelijk is om zo’n pijlenbombardement te overleven. Vijftig jaar geleden hebben archeologen in het zuiden van China in een oud prinselijk graf wel een aantal intacte boeken, die met de overledene waren meegegeven met het oog op een volgend leven, gevonden die een massa interessante voedingsvoorschriften bevatten. Sindsdien wordt er steeds vaker vanuit gegaan dat de Traditionele Chinese Geneeskunde, waar de acupunctuur deel van uitmaakt, zijn ontstaan vanuit een stokoude voedingstherapie.
Ongetwijfeld was die een therapie gevolg van het befaamde Chinese yang sheng fa, waarbij yang staat voor ‘verzorgen’ of ‘onderhouden’, sheng voor ‘leven’ en fa voor ‘methode’. ‘De methode voor de verzorging van het leven’ dus. Niet echt verwonderlijk, want het streven naar een zo hoog mogelijke levenskwaliteit is nog altijd een stokpaardje van de Chinezen. De allereerste chirurg was overigens ook een Chinees: Hua To. Die man had een zeer bewogen leven en is uiteindelijk in de gevangenis gestorven, omdat hij de keizer wilde opereren en die dacht op zijn beurt dat hij hem wilde liquideren. Hua To stelde anaesthetica samen op basis van kruiden en was ook de uitvinder van de vijf dierenbewegingen die vandaag nog altijd gebruikt worden in tai chi en chi kung of qi gong: tijger, kraanvogel, draak, slang en panter. De bedoeling was andermaal dezelfde: door het uitvoeren van die bewegingen zo gezond mogelijk te blijven, maar altijd zonder de spieren te overbelasten. Een belangrijk verschil met de aanpak in het Westen: bij de Chinezen ligt de focus van oudsher op het kweken van lange spieren, terwijl wij westerlingen altijd maar korte spieren willen kweken. Maar door die lange spieren zijn Chinezen veel soepeler en veel elastischer.
Maar goed, de meest plausibele hypothese over het ontstaan van acupunctuur is dat de bewoners van Noord-China ooit zijn begonnen met stukjes bot en steen op bepaalde punten van het lichaam te duwen en erin te prikken, en dat doorheen de eeuwen op die manier op empirische wijze het acupunctuursysteem werd ontwikkeld. Pas nadien kwam men op het idee om naalden te gebruiken. Er is overigens een enorm verschil in naalden. Japanse, Koreaanse, Noord-Chinese, Zuid-Chinese en Vietnamese: ze verschillen allemaal in lengte en dikte en vergen een verschillende techniek. Zelf gebruik ik ultradunne Chinese naalden, type 016, om alle mogelijke beschadigingen van weefsel en complicaties te vermijden. “
Hoe gaat een acupunctuurbehandeling precies in zijn werk?
“Vanaf het moment dat de patiënt binnenkomt, wordt hij door mij geobserveerd. Ik kijk meteen naar de ogen, het gezicht, de staat van de tong en hoe iemand zich beweegt. Vaak palpeer ik ook bepaalde lichaamsdelen, bij voorkeur het abdomen, omdat dat het grootste gedeelte van ons lichaam reflecteert. Je moet weten: in de Chinese traditie wordt de mens gezien als een microkosmos in de macrokosmos, waarbij de navel wordt beschouwd als de pool, en de verschillende acupunctuurpunten namen van sterren dragen.
Normaliter voelen we ook altijd de pols: daar kunnen we de energetische flux van de zes ingewanden en zes organen voelen en bepalen hoe die er aan toe zijn. Let wel: de flux op dàt ogenblik, want de energie is natuurlijk niet statisch. Op dit moment is het winter. Wel, volgens de Traditionele Chinese Geneeswijzen moet je de patiënt al beginnen te behandelen voor het seizoen dat komt, de lente. Omdat de lente het seizoen is van lever en galblaas, zou je die nu al preventief moeten aanpakken, zodat ze in de lente optimaal functioneren.
Dat heeft allemaal te maken met de theorie van de Vijf Bewegingen of Elementen: hout, vuur, aarde, metaal en water. Volgens die filosofie is alles in beweging en heeft ieder orgaan zijn specifieke eigenschappen. Bij de nieren hoort bijvoorbeeld de psychische component wilskracht en angst. De lever is verbonden met woede. De longen met zorgelijkheid.
In het Westen vindt men die visie te esoterisch. Maar als je in China op restaurant gaat, kan het gebeuren dat er een traditionele kruidenspecialist zit die je pols voelt en je energetische beeld schetst. En je vervolgens een menu voorschrijft, in functie van hoe er dat moment aan toe bent. De theorie van de Vijf Bewegingen is dé Chinese methode om alles te kunnen plaatsen en catalogeren, hoewel ze ondergeschikt blijft aan de grote principes van yin en yang, waaraan het hele Chinese denken is opgehangen. “
Ik ben hier ooit strompelend als een oude man binnengekomen, met een geblokkeerde onderrug. Na enkele behandelingen was ik weer als nieuw. Het was, en ik wik mijn woorden, haast miraculeus.
(lacht) “In jouw geval ging het om een kou en een stagnatie. Bij een geblokkeerde onderrug moeten we kijken naar het beenderstelsel, de spieren en pezen, en ook naar de bloedsomloop. Om te beginnen heb ik toen je niermeridiaan behandeld, want die beheerst je beenderstelsel en je zenuwstelsel. En de levermeridiaan, omdat die de pezen en het bloed beheerst; en je galblaasmeridiaan, omdat die alles in beweging zet en versnelt, want het ging om een ernstige energieblokkade.
Tot slot heb ik ook de zogenaamde driewarmer-meridiaan behandeld, omdat die er door zijn warmte voor zorgt dat alles stroomt. Op die manier ben ik erin geslaagd die blokkade ongedaan te maken. In de rug zelf steek ik bij een rugprobleem geen naalden. Mensen vinden dat soms vreemd, maar wij proberen lineair te denken en behandelen liefst punten die zo ver mogelijk van de aangetaste zone liggen. Door daar de blokkades op te heffen, gaat de energie terug stromen en lost het probleem zich vanzelf op. Zoals je hebt ondervonden is het cruciaal om daarna goed na te behandelen met de moxatherapie, opdat de energie blìjft stromen en niet alles opnieuw dichtslibt. Westers gezegd: door de warmtetherapie trek je extra bloed naar die sedimenten en verdwijnen de verkrampingen.“
Hoeveel meridianen en acupressuurpunten zijn er?
“Er zijn twaalf hoofdmeridianen, zoals er twaalf maanden in een jaar zijn, en er zijn 365 traditionele acupunctuurpunten, evenveel als er dagen zijn. Natuurlijk zijn er nog veel meer, want alleen in het menselijke oor zitten er al meer dan honderd punten. En doorheen de geschiedenis zijn er nog regelmatig nieuwe punten bijgekomen. Meestal steek ik acht naalden op acht acupunctuurpunten, die ik een halfuur laat zitten. In principe zie ik de patiënt een keer per week, en daarna net zolang tot het probleem is opgelost. De Japanners laten de naalden niet steken, maar prikken de punten aan en halen ze er meteen weer uit. Ik maak soms ook gebruik van zogenaamde hi nai shin, mini-naalden van drie millimeter die onderhuids worden ingebracht en vastgekleefd. Die kan ik tot zes weken laten zitten.”
Hoe krijg je al die punten in godsnaam in je hoofd?
“Simpel: die moet je tijdens je opleiding gewoon memoriseren. Vroeger gebruikten de Chinese leermeesters bronzen proefpoppen, met gaatjes op de plaats van de acupunctuurpunten. Tijdens de examens smeerden ze die dicht met was en moest je die blind kunnen aanprikken. Eén fout en je was gebuisd. (lacht) Maar een Chinees heeft doorgaans niet zoveel moeite om die punten te memoriseren. Gemiddeld moet hij al vijfduizend Chinese karakters kennen om te kunnen lezen en schrijven, en de Chinese cultuur is van oudsher een orale traditie. Ik heb les gekregen van professor Leung Kok Yuen, die de elfde generatie vertegenwoordigde in een familie van artsen en al zijn kennis gedurende achttien jaar via zijn vader en grootvader had doorgekregen. Mondeling overgeleverd, dus zonder papier of cursussen. In China werd daarom alles gememoriseerd via gedichten, die altijd betrekking hadden op één bepaalde meridiaan.”
Ons lichaam houdt allerlei informatie vast. Hoe kijkt u daar vanuit uw achtergrond tegenaan?
“In de Traditionele Chinese Geneeskunde zijn er dus vijf organen verantwoordelijk voor je gevoels- en psycho-emotionele leven.
Ten eerste: het hart, waar de shen, de zetel, resideert. Het hoofdgeheugen zit ook in het hart, omdat het hart ‘de aanstuurder’ is. Die aanduidingen komen uit de terminologie van het oude Chinese keizerrijk en die shen is zogezegd het ‘keizerlijk hof’. Ook het bewustzijn wordt gekoppeld aan het hartorgaan.
Ten tweede: de milt, daar zit de yi, de overpeinzing of de reflectie. De milt is tevens de generator van je spijsvertering, en verdeelt de energie doorheen ons lichaam. De overtuiging is ook dat je emoties daar opgeslagen zitten en eerst verwerkt moeten worden, en pas daarna van daaruit doorheen het lichaam verdeeld worden.
Drie: de nieren. Daar zit de yuan qi, je voorouderlijke qi (NB: ‘qi’ wordt soms ook ‘ch’i’ genoemd, red.), opgeslagen. In de Chinese traditie zijn de nieren veel belangrijker dan het hart, omdat er naast die voorouderlijke energie ook je wilskracht en je drive opgeslagen zitten.
Die drie organen zijn bewustzijnsgebonden segmenten. Daarnaast heb je er nog twee die niet rechtstreeks aan het hart gekoppeld zijn. De lever, de opslagplaats van de zogenaamde 'hun' – woede, vreugde, alle opstijgende emotie. En de longen, opslagplaats van de po, verbonden met o.a. onzekerheid, achterdocht, wantrouwen. Dat zijn de vijf basisgegevens in de traditionele Chinese geneeskundige traditie.
De hersenen zijn in dit opzet ondergeschikt aan de nieren, die naast de hersenen ook het beendermerg, de benen, een stuk van je gehoor en de wilskracht sturen.”
In het Westen gaan we ervan uit dat ons geheugen enkel in ons brein zit.
“We denken dat omdat we alles analytisch, reductionistisch en gesegmenteerd zien. In de Chinese zienswijze bekijken we de dingen macrokosmisch en holistisch: alles is met elkaar verbonden, en we gaan er vanuit dat al onze gegevens overal in ons lichaam opgeslagen zitten. Ons geheugen zit dus ook in onze cellen.
Finaal zijn wij als mens het resultaat van twee kleine cellen, een eicel en een spermacel, heel ons lichaam weet dus altijd alles. Er is nu een nieuwe techniek in de Chinese geneeskunde, die weliswaar niets meer met de oude traditie te maken heeft, die de ECIWO (Embryo Containing all Information of the Whole Organism) wordt genoemd. Daarbij gaat men bijvoorbeeld door aan een bepaald beentje in je hand te voelen, bepalen welke pijnen zich voordoen of welke ziekte je hebt - precies omdat men ervan uitgaat dat dat allemaal samenhangt.
Uit een aantal onderzoeken (o.a. beschreven in de boeken van de Amerikaanse klinisch neuropsycholoog Paul Pearsall , red.) is ook gebleken dat bepaalde mensen die een harttransplantatie hebben ondergaan eigenschappen en zelfs herinneringen overnemen van de donor. Ze blijken plots dol op parachutespringen terwijl ze vroeger net heel angstig waren. Of zijn gepassioneerd door klassieke muziek of metal, terwijl ze vroeger een afkeer hadden van die muziek.
Dat geldt overigens voor orgaantransplantaties in het algemeen. In het Westen bekijken we het menselijke lichaam nog steeds analytisch, als een magazijn vol wisselstukken die vervangen kunnen worden. In China werd er van oudsher zo weinig mogelijk geopereerd. Het opzet was zo gezond mogelijk te leven en je gezondheid zo lang mogelijk in stand te houden. En: als het leven niet meer levenswaardig was, ging je gewoon dood. Dat is ook heel normaal, want in de Chinese zienswijze komen we met een bepaalde hoeveelheid gunstige yuan qi, voorouderlijke energie, op de wereld. En die bepaalt voor een groot deel hoelang we leven en hoe kwalitatief dat leven qua gezondheid zal zijn. Uiteraard hebben de milieu-omstandigheden en de plek waar je geboren wordt ook een invloed. Als je de pech hebt in Syrië of Irak te zijn geboren, kan je zoveel gunstige yuan qi hebben als je wil, maar als je land in oorlog is en je wordt gebombardeerd, heb je daar niet veel aan.
Maar los daarvan heb je na de geboorte je volgens de traditionele Chinese geneeskunde je gezondheid dus voor een belangrijk stuk zelf in de hand. De omgevingsfactoren - gezonde voeding, luchtkwaliteit - zijn daarbij van tel, maar ook de psyche is uiterst belangrijk.
Cruciaal is je leven zo optimistisch mogelijk te bekijken en te leiden, want een optimist leeft langer dan een pessimist. Ook omdat onze lever op die manier goed werkt, want de yang-beweging gaat meer naar buiten. Terwijl de pessimist met z’n po zit te sukkelen, en alles nog meer naar beneden duwt - in de ‘yin’ zeg maar, en hij heeft al een yin-figuur – en letterlijk en figuurlijk een ‘binnenvetter’ is.”
Hebben we al westerlingen genoeg aandacht voor ons lichaam?
“Helaas niet. Omdat we elke binding met de natuur verloren zijn. We laten ons ook te veel opjagen door het hypermaterialisme. Door enkel oog te hebben voor geld en carrière veronachtzamen we de signalen van ons lichaam en helpen we het om zeep. Als ik geen zin heb om te eten, eet ik niet. Dat dwangmatige drie keer per dag eten, ook al heb je geen trek, is nergens voor nodig. Je zou ook 2,5 liter water per dag moeten drinken. Onzin, en pure marketing. Drinken moet je enkel als je dorst hebt.
Of nog: overal lees je dat het aantal diabetici de laatste jaren alarmerend is toegenomen. Maar hoe komt dat? Onze dagelijkse voeding is vooraf al zo gemanipuleerd en verpest door de toevoeging van suikers - zelfs in gewone kaas zit suiker tegenwoordig - en mensen weten zelf niet meer wat er in hun eten zit. Door dat gebrek aan aandacht voor gezonde en evenwichtige voeding maken we onszelf ziek, met dank aan het macro-economische industriële complex.
Maar het kan ook anders. In China staan de mensen - jong of oud, dat maakt niet uit - ’s morgens op en en om halfzeven staan ze op straat of in het park tai qi of qi gong te doen. Ze zijn dus ‘in beweging’ en actief met hun gezondheid bezig. Ook yang sheng fa, ‘de methode om het leven te voeden’, de methode tot het behouden van het gezonde leven dus, is bij hen ingebouwd. Hun voedingspatroon en gewone dagelijkse eten is daarop afgestemd. Bij ons is de houding van de meeste mensen toch veeleer: ik ben ziek, ik ga op je tafel liggen en genees mij nu maar. De verantwoordelijkheid voor onze gezondheid wordt doorgeschoven naar een ander. Alles is passief geworden. Nu: één medicatie die werkt voor élke zieke, dat gaat ook niet op volgens de Chinese zienswijze. In functie van onze persoonlijkheid en onze fysiologische toestand reageren we allemaal anders op een bepaald medicijn en hebben we dus nood aan een specifieke ondersteuning. Daar wordt in het Westen geen rekening mee gehouden, want op die manier kan je produkten niet vermarkten en geld verdienen.
In de Chinese zienswijze zou je een patiënt die chronisch ziek is elke dag moeten zien en aangepaste kruiden geven, want zijn ziektesymptomen veranderen en evolueren. In China geven ze je bij een behandeling overigens ook Chinese gedichten mee, die je kan gebruiken als een soort van meditatie. Bij kanker wordt er bijvoorbeeld ook veel aan qi gong gedaan, om je te verplichten bewust met je ziekte bezig te zijn. Zelf probeer ik er mijn patiënten altijd op te wijzen wanneer en hoe ze hun gedrag moeten aanpassen, om hun welzijn en gezondheid te verbeteren. Als therapeut reik ik dingen aan en probeer ik te helpen. Maar uiteraard hangt het van de patiënt zelf af wat hij of zij daarmee doet. Ik zeg altijd: ofwel beklaag je jezelf, en ben je een ‘po’. Ofwel zeg je: ik ga er iets aan doen, ik ga ervoor vechten. Dan ben je een ‘hun’.”
Kunt u enkele voorbeelden geven van mensen die u behandeld heeft en met welk effect?
“Op een bepaald moment had ik een patiënt op m’n tafel liggen. Ik voelde haar pols en zei: mevrouw, je longen, dat kon merkelijk beter. Die dame kreeg plots een huilaanval. Wat was er gebeurd? Haar zuster was drie maanden eerder overleden aan longkanker. Als ik zo iemands pols voel, voel ik meteen ‘long’. Dat gaat niet altijd louter over het fysieke orgaan, maar ook over alle emotionele en psychologische niveaus die ermee samenhangen. Ik had ook ooit een patiënte bij wie er in de familie suicidale neigingen voorkwamen. Aan de hand van het bekijken van iemands ogen kan ik doorgaans 50 tot 60 procent van mijn analyse stellen. Als ik haar ogen bekeek, zag ik de angst, de onzekerheid en de onderdrukte woede. Die emoties hangen dus samen met de longen, en om ze te behandelen stimuleer ik via de acupunctuur en de moxatherapie de zogenaamde houtbeweging of het element hout, wat het tegenovergestelde van metaal. Ik geef de patiënt dan meestal ook aangepaste kruiden mee om die houtbeweging te stimuleren. Het metaal ‘vernietigt’ namelijk het hout, en dus moet je het element hout sterker maken.
Uiteindelijk heeft het altijd te maken met balans. Stel je voor dat jij 95 miljoen euro wint met de Lotto. Dan zou je wellicht extreem gelukkig worden, dus dan moet ik jou bij wijze van tegengewicht een beetje ‘angstig maken’ door de nieren wat aan te drijven, zodat je niet té euforisch wordt. Anders zou je misschien een hartinfarct of hersenbloeding kunnen krijgen. En dan zit je daar met al dat geld. (lacht)
Ooit heb ik iemand geholpen die al tien dagen met de hik zat opgescheept en in het ziekenhuis was opgenomen. De schoonzoon van die man was een neus-, keel-en oorarts, maar het probleem raakte maar niet opgelost. Ze waren ten einde raad, want die man zijn diafragma bleef maar schokken. Ik heb toen twee naalden op de juiste acupunctuurpunten gestoken en die man heeft nooit nog de hik gehad.
Een andere keer was er iemand die na een appendixoperatie een zware infectie had opgelopen. Medicatie hielp niet en de tijd drong, want het was een gevaarlijke infectie. Twee dagen lang heb ik om de twee uur moxatherapie toegepast op bepaalde punten en de infectie was verdwenen.
In totaal heb ik meer dan 700 chirurgische interventies gedaan met mijn naalden, veelal in tandartsenpraktijken, maar ook op vraag van chirurgen en oncologen. Ik was ook de eerste acupuncturist in de Benelux die een hysterectomie, een volledige verwijdering van baarmoeder en eierstokken, heeft begeleid. Met vier acupunctuurnaaldjes. De dame was een patiënt van me en kon geen narcose verdragen, maar door de naalden konden de artsen in het Nederlandse hospitaal de operatie toch uitvoeren. In Antwerpen werkte ik vaak samen met Dr. J. D (de initialen worden gebruikt op vraag van de geïnterviewde, red.), een anesthesist. Hij zei altijd: ‘Jos, ik snap niet wat je precies doet. Maar het werkt, dus is het voor mij oké.’
Ik heb hier ook een heleboel geriatrische patiënten. Die laten zich om de zoveel tijd door mij behandelen, o.a. voor prostaatproblemen, om zich beter te voelen zonder de hulp van medicijnen en pillen. De Chinezen behandelen prostaatproblemen al honderden jaren met Chinese kruidentherapie. Eenmaal er een anatomische misvorming is, kan ik met acupunctuur niet veel meer doen. Maar met een Chinese kruidencocktail kan de nood niet alleen worden gelenigd, maar kan de prostaat zelfs terug worden verkleind. Zo’n cocktail bestaat uit minstens drie en maximaal 32 kruiden, en heeft altijd een keizer, een minister, een ambtenaar, een koerier en een wegbereider.
De paradox is dat het kruid dat in de ene mengeling een ‘keizer’ is in een andere mix een ‘ambtenaar’ kan zijn. Alles hangt af van de onderlinge combinatie. Bij ons is ginseng erg bekend, het wordt hier zo’n beetje beschouwd als hét wonderkruid. Maar in de Traditionele Chinese Geneeskunde wordt er nooit met slechts één enkel kruid gewerkt. Een kruid kan, geheel volgens de theorie van de Vijf Bewegingen of Elementen, namelijk verwarmend of afkoelend zijn, opstijgend of dalend, of samentrekkend of ontspannend. Die eigenschappen moet je allemaal goed kennen, want sommige kruiden mag je niet samen gebruiken. Gember is ook een bekend voorbeeld. Je kan het gedroogd, verbrand of gefermenteerd gebruiken, met telkens een ander effect tot gevolg.
Weet je, tijdens de Lange Mars hebben Mao en zijn medestanders de ontberingen in de wildernis van de binnenlanden enkel kunnen overleven door de acupunctuur en kruidenkennis van de bommakes en de opa’s die ze bij zich hadden, voor wie de oude traditie nog parate kennis was. Dat is meteen een van de belangrijkste redenen waarom de Traditionele Chinese Geneeskunde konden, of liever: mochten, overleven onder het communistische regime.”
Opmerkelijk: bij ons zijn die kruidenvrouwtjes met hun oude kennis destijds verketterd als heksen, en werden hun therapieën gemarginaliseerd en geridiculiseerd. In China is die oude traditie verworden tot een nationale discipline die door iedereen wordt erkend en geprezen.
“De belangrijkste reden is dat de Chinese cultuur van oorsprong een open, non-repressieve cultuur is. De Chinezen waren eerst taoïsten, dan is Confucius gekomen en daarna de boeddhisten, en dat allemaal zonder problemen! De enigen met wie ze last hebben gehad, waren de katholieke missionarissen omdat die zoals overal elders in de wereld hun geloof wilden opdringen en kwamen om te bekeren. Dat paste natuurlijk niet bij de Chinese levensinstelling. De Chinezen zijn in principe tolerante mensen, maar je moet niet proberen je boven hen te stellen, want dat pikken ze niet.”
U vertelde hierboven over hoe u een patiënt met suicidale neigingen hebt geholpen, in wiens familie er bovendien ook een voorgeschiedenis was van suicide. In het Westen zouden we al snel zeggen: het zit in de genen, we kunnen er niets aan veranderen. U zegt het tegenovergestelde.
“Ja. Je hebt natuurlijk je genetische erfenis, maar we kunnen er wel degelijk zelf invloed op uitoefenen. Niet alles is gedetermineerd en gelukkig maar. Want anders zou dat betekenen dat we zò geconditioneerd zijn dat we het patroon nooit kunnen doorbreken en we in 50.000 jaar als mensen niet veranderd zijn.
Mijn twee grootvaders zijn allebei overleden ten gevolge van longaandoeningen: de ene aan tbc, de andere aan longkanker. Ik ben dus ook erfelijk belast, maar ik heb bewust nooit gerookt en ook stellig rokerige milieus gemeden – ook al omdat ik altijd veel aan sport heb gedaan. Vandaag let ik er nog steeds op, maar het blijft een zwak punt: afgelopen voorjaar had ik nog last van mijn longen. Ik weet dat, maar als ik het weet, kan ik er ook aan werken. Ons DNA, dat zijn bepaalde trapvormige intercellulaire structuren, maar het is aan ons om er zo goed mogelijk mee te leven en er mee om te gaan.
Weet je: als een taoïstische man en vrouw vroeger huwden en een kind gingen verwekken, begonnen ze er al een jaar op voorhand naar toe te leven. De vrouw hield zich alleen nog met intelligente en verheffende zaken bezig en ze zorgden er allebei voor dat er zo weinig mogelijk emotionele ballast aanwezig was, om die baby zo zuiver mogelijk te ontvangen. De redenering was: je werkt aan de toekomst en je moet die zo maximaal mogelijk respecteren, door je baby zowel somatisch als psychisch in de beste omstandigheden te ontvangen.”
Het woord ‘energiebanen’ vermijdt u liever. Waarom?
“Ik gebruik liever ‘stroomzones’, ‘beïnvloedingszones’ of ‘stroomvelden’. In de zienswijze van traditionele Chinese Traditionele Geneeskunde staan we als mens als een vector tussen de kosmos en de aarde, en alles stroomt daar door, bij voorkeur door die velden. In de Chinese geneeskunde heeft àlles namelijk energie. Een boom en de lucht hebben energie, maar ook je lever bijvoorbeeld. Alles is qi. Maar dat begrip vertaal ik liever als ‘levensuitstraling’ dan als ‘energie’. Of als ‘adem’.
Het probleem is dat ‘qi’ in het Chinees 27 betekenissen heeft, en dat onze vertaling altijd ontoereikend is, ook al omdat ze gekleurd is door ons eigen westerse referentiekader. Dat komt ook door de ietwat gebrekkige vertalingen van Soulié de Morant destijds. Ook het woord ‘acupunctuur’ heeft daaronder geleden, want in het Chinees betekent ‘xue’ niet ‘punt’, maar ‘holte’.”
Hoe kan een energiebaan, sorry: stroomzone, geblokkeerd raken?
“In de eerste plaats emotioneel. In de tweede plaats door een xie qi, een perverse energie. Dat kan een indigestie of een shock zijn, dat is een interne xie qi. Daarnaast spelen ook de externe xie qi, de klimatologische factoren, maar die kunnen je alleen aanvallen als je zheng qi verzwakt is - wanneer je eigen weerstandschilden, en in de eerste plaats je yang-schilden verzwakt zijn. Dan stel je vast dat je, hop, plots een ferme bronchitis te pakken hebt met dikke slijmen.
Ik werk altijd aan de hand van een anamnese (alles wat een patiënt in verband met de voorgeschiedenis en de relevante omstandigheden van zijn aandoening aan een zorgverlener kan vertellen, red.). Als ik die opmaak, kijk ik of de persoon in kwestie zich in een shi-toestand of xu-toestand bevindt, een toestand van volheid of leegte. Is er sprake van hitte of koude? Is het yang of yin (uitleg: zie kader hieronder, red.)? Er zijn verschillende parameters waar ik als therapeut rekening mee hou. Heeft die patiënt het graag warm of liever koud? Slaapt hij opgerold of uitgestrekt? Ik maak dus een persoonlijk profiel op, op basis van een momentane analyse, want we zijn voortdurend onderhevig aan verandering en in elk ziektebeeld is er sprake van evolutie. Let wel: volgens de traditionele Chinese zienswijze zouden we als we nooit zouden verzwakken ook niet ziek worden. Maar natuurlijk, als mens verzwakken we alleen al door louter te bestaan.”
Hoe maakt u een blokkade los als een stroomzone geblokkeerd is?
“Acupunctuur en moxatherapie, en soms ook kruidentherapie, worden door mij altijd samen toegepast. Moxa kan ook rechtstreeks op zout, gember, look of andere kruidenpreparaten worden toegepast. In dat geval worden die op de huid gelegd en wordt de hitte van de punt van de moxastift doorheen de schijf gember gestraald. Afhankelijk van de te behandelen kwaal wordt er een ander kruid gebruikt.
Bij paralyses zullen we bijvoorbeeld eerder gember gebruiken, omdat dat een yangkruid is en omdat de specifieke yang-eigenschap van dat kruid, die nodig is om een paralyse te behandelen, door de hitte nog extra wordt versterkt.
Nog een voorbeeld: veel vrouwen krijgen borstkanker. Hoe komt dat? Omdat ze hun emoties niet kunnen loslaten, en die zitten ter hoogte van de longen. Dan moet je dus kijken welke de primair affecterende factor is geweest. Meestal is dat iets emotioneels. In dit geval is de primair affecterende factor predominant ‘po’ en dan zal ik via de acupunctuur, de moxatherapie en eventueel aangepaste kruiden het tegenovergestelde van de ‘po’, - de ‘hun’ - in beweging zetten en proberen hun nieren, waarin ook de wilskracht opgeslagen zit, aan te voeren, zodat ze zichzelf in gang zetten. De nieren behandel ik sowieso altijd, omdat de meeste mensen vandaag te weinig wilskracht hebben, vooral doordat ze verkeerd eten en leven.
Zelf ben ik nu 76. Ik heb in mijn hele leven nog nooit antiobiotica, antigrippine of een antidepressivum genomen en heb nog nooit cortisone in m’n lijf gehad. Ik behandel thuis bijna elke dag preventief zes tot acht moxapunten. Naast je positieve instelling, tai chi -en qi gong-oefeningen en gepaste voeding, doe je dat best dagelijks, om jezelf zo gezond mogelijk te houden en ervoor te zorgen dat je levensstroom blijft lopen.
Om die reden loop ik ook zoveel mogelijk op m’n blote voeten, als het buiten niet kan wegens te koud doe ik het sowieso in huis.”
Tot slot: is er naar uw aanvoelen een toenadering tussen de oosterse en westerse benadering aan de gang?
“Er is nog een weg af te leggen, maar er is toch een kentering bezig.
Toen ik in de jaren 60 begon, dacht iedereen dat ik gek was. Ik stak mensen vol naalden en raadde hen aan om thuis nog na te behandelen met een stift die leek op een stinkende sigaar! (lacht)
Ik liep zelfs het gevaar om in de gevangenis te belanden om wat ik deed. Vandaag zijn er artsen die mensen naar mij doorsturen. Op het ogenblik heb ik een paar oncologen die me, sporadisch weliswaar, patiënten sturen om hen te begeleiden bij de nefaste gevolgen van radio-en chemotherapie. Die mensen behandel ik vooral met moxatherapie; ik stimuleer hun nieren, lever, milt en longen om een zo goed mogelijke tonus op te wekken.
Er is ook een vrouwelijke dierenarts die ik een beetje mee heb opgeleid en die in haar praktijk alle honden en katten succesvol behandeld met acupunctuur. Je kan toch moeilijk beweren dat die dieren daarmee geholpen worden, enkel en alleen omdat ze in ‘geloven’ in acupunctuur.
Er zijn ook chirurgen die na een operatie tegen patiënten van me zeggen: wij kunnen je niet meer verder helpen, maar je voelt je goed met je acupunctuurbehandeling, dus blijf ze toch maar volgen. Onlangs zag ik ook een boekje van artsen voor kankerpatiënten waarin werd gezegd dat acupunctuur gebruikt mocht worden om ‘de pijnen tegen te gaan’.
Nu, die verdere toenadering zal er hoe dan ook komen. Want ook vanuit het publiek ontstaat er bottom up een tegenstroom. Van oudsher verdedigt het establishment zich en sluit zich op in haar fort. Maar het bewustzijn van de gewone mens wordt groter, mensen zijn mondiger geworden en beter geïnformeerd. Voor een groot stuk dankzij het internet, al is dat niet altijd een zegen. Als ik zie van waar we komen, sta ik er nog steeds van te kijken hoe ver we gesprongen zijn.
Vandaag wordt de Traditionele Chinese Geneeskunde in China aan elke universiteit onderwezen, met een vast curriculum. ‘De Nieuwe Geneeskunde’ noemen ze het nu, waarbij ze de westerse geneeskunde en de traditionele Chinese geneeswijzen combineren. De kandidaturen bieden een algemene vorming en daarna kunnen de studenten definitief een richting kiezen en zich verder specialiseren. Maar het mooie en inspirerende is dat beide tradities elkaar respecteren en met elkaar blijven praten.
Tegelijkertijd doet men in China nu ook bijzonder veel onderzoek om tegemoet te komen aan de westerse smaak en om de werkzaamheid van de Traditionele Chinese Geneeskunde te bewijzen volgens de westerse wetenschappelijke methode. Maar eerlijk gezegd: iets dat al 3000 jaar gebruikt wordt in het grootste laboratorium op aarde, moet daar nog evidence based medicine aan te pas komen? Alleen vandaag al zullen er in China minstens 1 miljoen acupunctuurbehandelingen worden uitgevoerd en evenveel mensen worden geholpen. Dat kan je toch evidence based noemen, nietwaar?” (lacht)
(kader)
OVER YIN & YANG
“De theorie van de Vijf Bewegingen is de methode om in de Traditionele Chinese Geneeskunde alles te kunnen plaatsen en catalogeren, hoewel ze ondergeschikt blijft aan de grote principes van yin en yang, waaraan het hele Chinese denken is opgehangen. Volgens de Chinese denkwijze is het eerste begrip de Tai Ji, het oerprincipe of Het Grote Ene, dat zich manifesteert als de oerenergie Yuan Qi van de kosmos.
Die bestaat uit twee componenten: enerzijds het ontvankelijke, vrouwelijke en materie vormgevende yin, en het formerende, mannelijke en energetische yang anderzijds. In de acupunctuur gebruiken we zes verschillende gradaties van yin en yang, van buiten naar binnen, om een bepaald gebied of ziektebeeld te schetsen in zijn yin- of yang-aspecten.
Op elke levensfase van de mens wordt ook een yin- of yang-aspect gekleefd. Het komt er dan op aan, geheel in de traditie van de yang sheng fa (zie hierboven, red.), om je levensstijl, voeding en emoties zo af te stemmen dat je zo lang mogelijk een zo kwalitatief mogelijk leven kunt leiden.
Yin en yang kunnen niet zonder elkaar bestaan, zijn altijd in beweging en zijn terug te vinden in alle natuurlijke fenomenen, dus ook in de mens. Bovendien komen groei, ontwikkeling en evolutie van alle dingen tot stand door de eenwording van deze twee. Heel het Chinese denken, de ‘tao’ of de ‘weg’ van de taoisten, is hierop gebaseerd. Overigens staan alle ‘do’s’ als achtervoegsel bij Japanse gevechtssporten als ju-do, aki-do en ken-do voor hetzelfde als de ‘tao’ bij de Chinezen: een hoofd op een paard dat over de weg wandelt en op die manier alles verkent en leert. Het is hetzelfde karakter, alleen wordt het anders uitgesproken.”