dinsdag 12 maart 2024

CHAVELA VARGAS, DE RAUWE STEM VAN DE TEDERHEID


“Mijn beroemdheid heb ik enkel te danken aan de Azteekse goden”


Door Yurek Onzia


(Dit artikel werd besteld voor een speciale editie van het maandblad Feeling, met als gasthoofdredacteur Pascale Naessens.)




 

De Latijns-Amerikaanse zangeres Chavela Vargas was wat ze in het Engels zo mooi een ‘trailblazer’ noemen: een baanbreker, een wegbereider, een pionier. Tijdens haar stormachtige leven maakte ze als sigarenrokende, tequilaverslindende en in mannenkostuums gehulde lesbienne komaf met genderstereotypen, en groeide met haar présence, affaires en onnavolgbare vertolkingen van getormenteerde levensliederen uit tot een icoon van de populaire latinocultuur van de 20ste eeuw.

 

Geboren in Costa Rica, maar al op haar 14de verkast naar Mexico omwille van de bloeiende entertainmentscène daar, ontpopte Isabel ‘Chavela’ Vargas zich in de jaren 50 en 60 tot de koningin van de rancherasboleros en corridos, Mexicaanse folksongs met de allure van een mini-opera. In deze liedjes over hartzeer, tragedie en vergiffenis, kon ze met haar rauwe stem als geen ander zielsverscheurend tieren en schmieren en de luisteraars onverbiddelijk bij hun nekvel pakken.

 

“Chavela kreeg een haast mythische status door haar vertolking van ‘Macorina’ ”, aldus Marvette Perez, de curator van de afdeling Latijns-Amerikaanse Cultuur & Muziek van het Smithsonian Museum of American Music in Washington, in een interview. “Ik denk niet dat er een lesbischer lied bestaat dat een vrouw kan zingen. In het refrein gaat het van ‘Ponme la mano aqui, Macorina’,  ‘Leg je hand hier, Macorina’. En als ze het lied zong, legde ze er zoveel seksualiteit en verlangen in dat je meteen wist wààr ze over zong, waaròm ze het zong en voor wié ze het zong: een vrouw.”

 

Toen Vargas’ ster in de jaren 50 begon te rijzen beleefde Mexico artistieke hoogdagen op het gebied van film en muziek. Het nachtleven van Mexico City bruiste en sprankelde als Dom Pérignon, met kolkende nachtclubs en wilde dansfeesten en sloten sterke drank. Ook voor Vargas was het leven, op en naast het podium, un gran festejon: één langgerekte party.

 

Een andere klassieker van Vargas was de corrido ‘El Ultimo Trago’ (‘De Laatste Teug’, red.). Daarin bezong ze haar liefde voor de fles en nodigde haar partner van die nacht uit samen met haar te drinken tot de laatste druppel. In het dagelijkse leven daagde de jonge Vargas de heersende Mexicaanse moraal uit door zich te kleden als een man, sigaren te roken en een revolver te dragen (en er op tijd en stond ook mee te schieten). Ze choqueerde de goegemeente door haar openlijke affaires met vrouwen en weigerde koppig het geslacht van het toegezongen voorwerp van verlangen in de liefdesliedjes van Mexico’s bekendste mannelijke songschrijvers te veranderen als zij ze zong. Over haar succes zei ze: “Ik heb alles zelf gedaan. Mijn beroemdheid heb ik aan niemand te danken, enkel aan de Azteekse goden.”



 

‘La Chavela’ stond bekend om haar gezonde seksuele appetijt. Een van haar veroveringen was de bekende Mexicaanse schilderes Frida Kahlo, die haar zou hebben toegefluisterd: ‘Ik leef enkel voor jou en Diego (Riviera, de bekende Mexicaanse artiest met wie Kahlo een turbulent huwelijk had, red.)’. 


Daarnaast had ze een affaire met de bekende industriemagnate en kunstverzamelaar Dolores Olmedo en waren er ook verhalen over avontuurtjes met collega-songdiva Lola Beltràn en filmactrice María Félix. Toen ze in 1957 was uitgenodigd om te zingen op het huwelijk van Liz Taylor en producer Mike Todd in Acapulco zou ze daar Ava Gardner hebben verleid en met haar het bed gedeeld. Er waren ook geruchten, die ze zelf overigens vurig ontkende, dat ze soms boerenmeisjes onder schot meetroonde naar haar slaapkamer.  En tot slot is er het verhaal waar ze zelf graag mee uitpakte, dat ze een geheime relatie zou hebben gehad met ‘de bekendste vrouw van de planeet’. Mogelijk ging het opnieuw over Liz Taylor, maar dat heeft Vargas nooit officieel willen bevestigen en blijft voer voor toekomstige biografen. 


Uiteindelijk eisten het zware drinken, roken en rokkenjagen hun tol. Vargas dronk zoveel dat ze ooit grapte dat er geen fatsoenlijke tequila in Mexico meer over was, omdat zij en haar drinkmaatje, haar ontdekker en de legendarische Mexicaanse songwriter José Alfredo Jiménez (die zelf overleed aan een levercirrose, red.), alles hadden opgedronken.


“De drank tastte eerst mijn keel aan, en daarna mijn leven en al de rest,” onthulde de zangeres in een interview op latere leeftijd.  “Alcohol is een van de slechtste dingen in de wereld. Tabak ook. Ik heb van beide afscheid moeten nemen om mijn kunst te redden.” 


Voor ze tot dat inzicht kwam, was Vargas in 1979 plots uit het openbare leven verdwenen. Iedereen dacht dat ze dood was, maar in werkelijkheid zwierf ze verdoofd en verdwaasd door de alcohol door de straten. De bekende Argentijnse zangeres Mercedes Sosa vertelde aan haar vrienden in die tijd: ‘Als er iemand naar Mexico reist, leg dan een roos op Chavela Vargas’ graf voor mij.”

 

Vargas weet haar excessieve drankgebruik aan haar opvoeding en jeugd in Costa Rica, waar ze werd gepest omwille van haar geaardheid, en haar moeilijke beginjaren in Mexico. Ze beweerde altijd dat ze enkele kippen had gestolen en verkocht om haar busticket naar Mexico te kunnen betalen. Eenmaal gearriveerd, zong ze jarenlang op straat en in het ruige cafécircuit, en moest worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen. In haar autobiografie ‘Y Si Quires Saber De Mi Pasado’ (‘Als je vraagt naar mijn verleden’, red.) beschrijft ze haar lange afwezigheid van het publieke toneel en haar gevecht met de drankduivel als haar ’15 jaren in de hel’.

 

Pas in de jaren 90 herrees Vargas als een feniks uit haar as, nadat een arme indiaanse familie die geen benul had van wie ze was haar onderdak had geboden en haar van de drank af hielp. Volgens Vargas werd ze aan het einde van die donkere dagen door de stam waar de familie toe behoorde tot sjamaan gewijd, wat haar later de bijnaam ‘La Chamana’ opleverde. De zangeres schitterde in haar kenmerkende rode poncho al snel als vanouds in de cabarets en concertzalen. 


Ze werd de muzikale muze van de flamboyante Spaanse regisseur Pedro Almodovar, die haar en haar muziek opvoerde in zijn films en haar stem omschreef als ‘la voz aspera de la ternura’, ‘de rauwe stem van de tederheid’. Isabel Preysler, de glamoureuze ex van de Spaanse charmezanger Julio Iglesias, organiseerde in Madrid een groot feest om Varga’s terugkeer te vieren. In een droomscène in ‘Frida’ (het beklijvende biografische drama over Frida Kahlo uit 2002, met Salma Hayek in de hoofdrol, red.) zingt het icoon verkleed als De Dood ‘La Llorona’, een andere evergreen van haar, voor haar voormalige geliefde. 

 

Terugblikkend verklaarde Vargas, die er pas op haar 81ste op de Colombiaanse tv openlijk voor uitkwam dat ze lesbisch was, aan het einde van haar leven in een Amerikaans interview: “Het was niet makkelijk om een lesbienne te zijn in het Mexico van de jaren 50 en 60. Ik heb het gevecht moeten aangaan met alles en iedereen, om iets van mezelf te maken en, uiteindelijk, te zegevieren.”

 

De legendarische ranchera-zangeres stierf op 5 augustus 2012 in het Mexicaanse Cuernavaca aan ‘een meervoudig orgaanfalen’, enkele dagen na een bezoek aan Spanje voor een hommage aan de dichter Federico Garcia Lorca. Ze was 93. Haar laatste woorden waren ‘Ik ga met Mexico in mijn hart’. De volgende dag bracht de koningin van de bohémiens van Plaza Garibaldi, het centrum van de traditionele Mexicaanse muziek in Mexico City, voor de laatste keer een bezoek aan haar geliefde plein, waar haar lichaam werd bezongen door een leger van mariachimuzikanten.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten